Kans

We zijn begonnen. Een kleine maand nu. Een van de grootste decentralisatie-operaties van de afgelopen decennia heeft een hoogtepunt bereikt met het daadwerkelijk overdragen van verschillende taken op het gebied van jeugd, zorg en werk van rijk naar gemeenten. Een hoogtepunt zeg ik, want het feit dat de taken zijn overgedragen, moet natuurlijk niet het hoogtepunt zijn van dit hele gebeuren.

Het moest ergens om, het overdragen van die taken van rijk naar gemeenten. En natuurlijk weet ik dat de belangrijkste reden, de grootste reden en de meest overduidelijke reden de noodzaak van bezuinigingen zijn. De verzorgingsstaat die we kenden was simpelweg te duur aan het worden. En daar vinden we dan weer van alles van met zijn allen. Wel te duur, niet te duur, tegen elke prijs verdedigbaar, mag het liefst niets kosten. En natuurlijk werd het daar politiek.

Moet ik daar nu iets mee? Hoewel ik me ergens op dat spectrum bevind en er best nog iets toegevoegd kan worden aan het filosoferen over reden, nut en noodzaak van decentraliseren van deze zorgtaken, ben ik nu vooral bezig met de invulling en uitwerking ervan. En ook over die invulling en uitwerking kunnen we heel veel zeggen.

Okee, even dan.

Áls je dan een dergelijk grote decentralisatie-operatie aangaat met je gemeenten, doe dat dan niet in een jaar waarin ook gemeenteraadsverkiezingen plaatsvinden, ga niet direct over tot een korting op het budget en zorg ervoor dat gegevens in ieder geval kloppen.

Dat dus bijvoorbeeld.

Maar dat is wel weer genoeg gemopper. Op ieder ander tijdstip en binnen iedere andere context hadden we waarschijnlijk evenveel te klagen gehad. Als gemeenten moeten we ook goed naar onszelf kijken. Bij ons worden allerlei documenten opgesteld waarmee we de nieuwe wet proberen dicht te timmeren. Pakken papier die we de gemeenteraden vast laten stellen om er maar voor te zorgen dat het bij ons in ieder geval klopt allemaal, dat de wet uitgevoerd kan worden.

Noodzakelijk en goed, want zo hoort het ook in onze democratie. Raden stellen de kaders vast waarbinnen colleges werken. Maar, man, wat een papier! En dat was nu net niet de bedoeling van die decentralisaties. En daarmee kom ik op de tweede reden van de overdracht van taken rondom zorg, jeugd en werk naar de gemeenten. Want ja, het gaat om een hoop bezuinigingen, maar er kan ook inhoudelijk iets veranderen.

Tussen alle papier en gedoe rondom de decentralisaties, ligt nog steeds een kans verborgen. Een kans om dingen anders te doen en misschien wel beter. Om de zorg wel dichtbij en persoonlijk te maken. Om de bureaucratie daadwerkelijk te verminderen en er voor te zorgen dat gezinnen een helder en duidelijk aanspreekpunt hebben. Die kans moeten we dan wel vinden en als we hem gevonden hebben, grijpen.

Naïef? Misschien wel, al zou ik het liever onbevangen willen noemen, want dat is volgens mij de enige manier waarop je aan iets dergelijks moet beginnen. Proberen, mogelijkheden zien, samenwerken, ruimte geven, buiten de gebaande paden gaan, creatief zijn, tijd nemen. Allemaal van die zaken waar we misschien als overheden niet het allerbeste in zijn.

Om die kans, die kans die ergens verstopt zit te grijpen. Mijn gevoel zegt dat dit misschien wel eens de laatste kans is die we krijgen, om het anders te doen.