You go girl

Ik heb een dochtertje van vier. Een klein meisje dat bij alles wat ze doet een zo grote hartstochtelijkheid aan de dag legt dat ze op het moment dat er ’s avonds warm eten op tafel wordt gezet, vraagt of ze misschien niet alvast naar bed mag.

Wij koken best lekker, al zeggen we zelf, dus daar kan het niet helemaal aan liggen. Het moet iets te maken hebben met alle activiteiten die ze met haar ene meter lengte en rijke fantasie onderneemt.

Ze heeft ook grote ambities. Op dit moment wil ze dokter, politieagent, prinses, apenverzorgster én kapper worden. Ik ben er vrij zeker van dat dat ze ook actief nadenkt over een carrière als singer-songwriter, maar omdat ze de liedjes die ze verzint nog niet kan opschrijven, staat dat momenteel op een zijspoor. Het zijn prachtige liedjes, die gaan over bedtijd, over dingen die ze niet weet, over hoe laat het is en over haar broer met wie ze een gepassioneerde haat-liefdeverhouding heeft.

Ik heb er het volste vertrouwen in dat ze al die ambities waar zou kunnen maken. Ze zou zelfs een manier vinden om met een telg uit een obscuur vorstenhuis te trouwen om zo de nu zo felbegeerde titel voor haar naam te krijgen.

Prinses.

Ik probeer haar af en toe uit te leggen dat prinses worden prima is, maar dat ze daarvoor al die andere dingen niet opzij hoeft te zetten. Haar leek het uiteindelijk ook wel saai om hele dagen in haar mooie jurk in haar prinsessenkasteel te zitten. Ze wil wel een prinses zijn die wat te doen heeft. Haar woorden.

Ik moest hard lachen om de implicatie die die uitspraak heeft voor prinsessen wereldwijd.

Jullie moeten wel wat te doen hebben dames. Er is meer in het leven dan alleen maar mooi zijn en mooie spulletjes hebben.

Ik moest hier aan denken toen ik een uitspraak las die UN Women Executive Director Phumzile Mlambo-Ngcuka deed in de speech die zij hield op 6 maart 2015 tijdens een bijeenkomst in het VN-hoofdkwartier in New York over gendergelijkheid en de empowerment van meisjes en vrouwen. Niet voor niets twee dagen voor internationale vrouwendag.

“We cannot win if we leave half of the team out of the game.”

Zij spreekt hier vooral over de ontwikkeling van landen en economieën en zegt dat je niet kan verwachten dat we op een succesvolle manier de vraagstukken rondom ontwikkeling kunnen aanpakken en beantwoorden als het potentieel van de helft van de bevolking onvoldoende of helemaal niet ingezet wordt.

En dat is natuurlijk waar. Als al die meisjes en vrouwen die nu geen onderwijs krijgen, geen kans om zichzelf te ontplooien, geen eigen keuzes mogen maken en niet onafhankelijk zijn van anderen waar het hun inkomen betreft, dat nu allemaal eens wel zouden hebben. Denk eens aan het potentieel aan energie, kracht en denkvermogen er dan los zou komen. Aan wat al die meisjes en vrouwen zouden kunnen doen en bereiken.

De mensheid doet zichzelf in ernstige mate tekort als we maar met de helft van het potentiële team spelen. Zo simpel is het.

En dat geldt op alle vlakken. Er is genoeg aan de hand in de wereld, er zijn genoeg vraagstukken. En er zijn gelukkig genoeg thema’s en sectoren waarbinnen het normaal is dat iedereen meedoet. Waar het niet eens een issue is.

Maar er is nog steeds niet voor niets een internationale vrouwendag nodig. Nog steeds zijn er in veel landen wetten die vrouwen meer beperkingen opleggen dan mannen. In sommige landen gaat dat zo ver dat zij geen auto mogen rijden. In sommige landen worden meisjes uitgesloten van onderwijs en kunnen zij niets doen om hun eigen toekomst vorm te geven. De sociaal-economische ongelijkheid van vrouwen ten opzichte van mannen is extreem. Het vrouwelijke deel van de wereldbevolking neemt tweederde van het al het werk voor haar rekening en verdient toch maar een tiende van het wereldinkomen en bezit slechts een procent van alle bezittingen.

Ik kan nog even doorgaan hierover en kan zelfs dichterbij huis voorbeelden geven waarom internationale vrouwendag ook nationaal moet worden gevierd, hoewel ik daarbij natuurlijk wel de opmerking moet maken dat het feit dat ik wethouder ben veel zegt over de betere situatie in Nederland.

Maar ook in Nederland is driekwart van de minima vrouw en komt het nog steeds voor dat vrouwen voor hetzelfde werk minder betaald krijgen dan hun mannelijke collega’s. 45 procent van de Nederlandse vrouwen is ooit slachtoffer geweest van lichamelijk of seksueel geweld. Er zijn ook in Nederland nog steeds mensen die vinden dat als een vrouw te maken krijgt met intimidatie op straat zíj zich anders zou moeten kleden of gedragen.  Er zijn ook hier nog steeds gezinnen waarbinnen de verdeling van taken eerder een vanzelfsprekendheid is dan een bewuste weloverwogen keuze. Vrouwen én mannen die kiezen om minder te werken om voor hun kinderen te zorgen lopen nog steeds de kans hun carrière daarmee tekort te doen, omdat de gedachte dat mensen alleen als zij fulltime werken belangrijke en intelligente dingen kunnen doen zeer sterk aanwezig is in onze samenleving.

En ook in Nederland zijn vrouwen nog steeds om allerlei redenen, die complex zijn en een lange geschiedenis hebben en te maken hebben met verwachtingen en patronen en systemen en gevoelens en vooroordelen en het opwerpen van drempels, ondervertegenwoordigd in politiek, wetenschap, media en publiek debat.

Niet het hele team doet mee, zou je kunnen zeggen.

Als ik bovenstaande nog een keer lees, komt het zinnetje bij me op dat een veelvuldige reactie was op de aankondiging van president Obama dat hij zich hard ging maken voor gelijke beloning van vrouwen en mannen.

“I can’t believe I still have to protest this crap.”

En zo is het.

Ik kijk naar mijn kleine meisje, dat alles mag worden, behalve ongelukkig. Ze hoeft niet de CEO van een groot bedrijf te worden, de leider van een land of de topwetenschapper die de oplossing voor het energieprobleem vindt, natuurlijk niet. Maar mijn opdracht als haar moeder en de opdracht van alle ouders, verzorgers en leraren van alle kleine meisjes is om haar er bewust van de laten zijn dat haar keuzes de hare zijn, dat ze de verantwoordelijkheid voor haar leven kan en mag nemen en dat ze haar talenten ten volle mag benutten

Ze wilde vanmorgen een bloem in haar haar en zong weer een liedje. Ik hoop dat haar stem zich nog wat ontwikkelt, want hoewel het echt zo is dat haar mogelijkheden eindeloos zijn, verwacht ik niet dat ze veel cd’s zal verkopen met dit geluid.

Maar ik weet dat ieder team dat haar erbij krijgt zich gelukkig mag prijzen.

Ik hoop alleen dat zij tegen die tijd niet meer tegen deze onzin hoeft te protesteren.