Allemaal Charlies

En toen heetten we ineens allemaal even hetzelfde. Een kort moment stond zo’n beetje iedereen met een bordje in zijn hand waarop stond dat zijn of haar naam Charlie was.

Maar eigenlijk waren we altijd al Charlie, wij allemaal. En niet alleen omdat we ons solidair verklaren met de medewerkers van dit specifieke tijdschrift, maar omdat Charlie staat voor de kern van wat een democratische rechtsstaat zou kunnen en zou moeten zijn, namelijk dat die in alle vrijheid zichzelf van een afstand moet kunnen bekijken, er over mag vinden wat hij wil en deze mag… Nee MOET bespotten. Een democratische rechtsstaat zonder spot en satire neemt zichzelf te serieus, houdt zichzelf geen spiegel voor, lacht niet om zichzelf en neemt daardoor zichzelf misschien wel juist weer helemaal niet serieus.

Onze samenleving, onze rechtsstaat, is in beweging, er gebeurt van alles omdat mensen van alles vinden en mogen vinden.  Omdat er via allerlei soorten media een hele hoop publieke debatten over een veelheid van onderwerpen plaatsvinden. Omdat de politici in de tweede kamer, de statenzaal en de raadzaal debatten voeren, met elkaar overhoop liggen en soms zelfs lelijke dingen naar elkaar roepen om uiteindelijk besluiten te nemen bij meerderheid van stemmen. Zoals dat gaat in een democratie

Al die mensen die van alles vinden, hebben iets nodig om hen scherp te houden. Journalisten, columnisten, cartoonisten, cabaretiers, grappenmakers die vaak de essentie van van al dat gedoe zien en ons laten zien hoe relatief alles is of juist hoe belangrijk. Maar die ook heel scherp reageren als er misstanden zijn en vaak in een korte tekst of een helder beeld precies de vinger op de zere plek kunnen leggen.

Het vrije woord en in navolging daarvan het vrije beeld is daarom misschien wel de grootste pijler onder de vrijheden die we genieten. Het zorgt ervoor dat die vrijheden in die samenleving steeds weer de aandacht krijgen die ze verdienen. Zie het als een soort perpetuum mobilee. Vrijheid houdt vrijheid in stand. Daarom zijn wij steeds altijd al Charlie al die anderen die zich in onze democratie kritisch opstellen, iets anders vinden, grappen maken.

En daarom ook is wat er gebeurde in Parijs zo verschrikkelijk. Het was immers een aanslag op die kern, op de motor van de vrijheid die vrijheid in stand houdt.

Dat hebben mensen dan ook feilloos opgepikt. “Ik ben Charlie” en “Niet bang” waren de slogans en de instrumenten die mee werden genomen naar manifestaties hierover waren pennen en potloden. Dingen waarmee mensen laten zien dat zij beseffen dat hoewel geweld beangstigend is, die angst geen reden kan zijn om de diepste kern van onze vrijheid ook maar enigszins teniet te doen. Het heeft mensen ook doen beseffen dat die vrijheid moed vraagt van ons allemaal. Misschien gewoon al door aanwezig te zijn, maar zeker door gebruik te maken van persvrijheid en vrijheid van meningsuiting.

Ik weet dat niet iedereen groot fan is van Charlie Hebdo en dat er ook een debat bezig is over de grenzen aan de vrijheid van meningsuiting. Ook daar kun je wat van vinden. Is er een recht om te beledigen? Moeten ‘ze’ zich maar niet zo snel gekwetst voelen? Daar is niet iedereen het over eens. Maar dat is een strijd van de ideeën. Een strijd tussen mensen die weer ergens iets van vinden. En dan gaat het om een debat , om een goed gesprek met een wijntje erbij, zoals ik dat had met collega’s van andere partijen die ook daadwerkelijk andere ideeën hierover hebben dan ik.

De strijd der ideeën moet met woorden worden gevoerd en dus tolereren we geweld niet. Zo simpel is het.

En puur alleen daarom is iedereen altijd een beetje Charlie.