misschien ook eens offline?

Van de helden die ik heb, en dat zijn er, als ik mijn vader en moeder meerekenen -wat ik natuurlijk doe want zo’n dochter ben ik-, nog geen tien, is Stephen Fry een van de leukste. Ik heb niet veel echte helden, juist omdat ik zo heel veel mensen kan bedenken voor wie ik bewondering heb, waar ik tegenop kijk, bij wie ik alleen maar kan denken ‘als mij dat toch eens gegeven kan zijn’.  Als ik die allemaal een heldenstatus zou geven, zou ik zo’n beetje de enige normale sterveling zijn en dat zou weer ongezellig worden.

Ik heb de personen bij wie ik alleen maar ‘wow’ kan denken als ik ze hoor, zie, lees of aan ze denk gebombardeerd tot held.  Dat moet de reden zijn dat na vijf jaar mijn verloskundige nog steeds op dat lijstje sstaat; haar heerlijk nuchtere aanwezigheid en het feit dat ze net als ik verbaasd was dat mijn dochter zich al aandiende – je mag al persen, wat leuk! – doet me nog steeds glimlachen.

Het is, zoals gezegd een kort lijstje en het is een veranderlijk lijstje – acht jaar geleden sond Barack Obama er nog op. Sinds hij er af is, staan er geen politici meer op en soms denk ik er liever niet aan wat dat betekent.

Stephen Fry is geen politicus en ik hoop eigenlijk dat hij zich nooit in die arena gaat begeven. Dat heeft er mee te maken dat ik me afvraag of het wel de arena is waar wie dan ook zich in zou moeten begeven, inclusief ikzelf. Ik moet nu ik dat wel heb gedaan vaak denken aan een quote van Robin Williams in zijn te weinig voor het voetlicht gebrachte film Man of the Year:

“Politicians are a lot like diapers – they should be changed frequently and for the same reason”.

Wat er gebeurt met mensen in de politiek en welke effecten dat heeft en hoe we of beter gezegd ik me daar het best in kan bewegen is een thema op zich en wellicht wijd ik daar binnenkort nog een blog of twee of zeven aan.

Maar nu terug naar Stephen Fry, die dus geen politicus is, dat wellicht wel nooit zal worden, maar gelukkig wel een mening heeft over van alles. Hij is ontzettend grappig (kijk alleen al dit filmpje  ). Hij komt scherp uit de hoek, is briljant met taal en heeft een vriendelijkheid en aardigheid over zich die ervoor zorgt dat hij met heel veel wegkomt en steekt niet onder stoelen of banken dat hij met heel veel dingen worstelt, waaronder een bipolaire stoornis en depressie .

En daarbij is hij ook nog eens heel erg en heel heerlijk Brits.

Fry is al sinds het prille begin van het digitale tijdperk gefascineerd door de mogelijkheden van computers, van internet en van social media. Hij was zo’n beetje overal een van de eerste in en had een drukgevolgd twitteraccount. Tot vorige maand, toen hij onderstaande blog schreef.

Off the grid

Heeft u het helemaal gelezen? Het is niet zo heel lang, maar het komt er op neer dat Fry ermee stopt. Dat hij zich niet meer op social media begeeft, omdat het internet is overgenomen door de adverteerders en Facebook stopte met hip zijn toen je moeder er aan mee ging doen. Offline zijn is volgens Fry daarom een daad van rebellie.

Sinds -maar eigenlijk ook al voor- ik het blog las, denk ik daar veel overna. Hoeveel van mijn tijd gaat zitten in het updaten van mijn eigen accounts en het bekijken van anderen? Heeft die tijd betekenis? En wat voor betekenis dan? Waarom zou ik mijn facebookaccount behouden en wat zou er gebeuren als ik uit de lucht zou gaan.

Het mooiste zinnetje uit het blog van Fry vind ik het zinnetje over de aantallen en dat het daar nooit over gaat. Dat het veel belangrijker is als je een paar mensen echt raakt en daadwerkelijk contact met ze maakt. En misschien kunnen we dan beter echt met elkaar praten én als we dan al die mogelijkheden van de digitale wereld gebruiken ons net wat meer bewust zijn van wie ons daar zo graag willen hebben en het proberen in te zetten voor wat echt belangrijk is.